Park zoekt vrienden!

Inspraakreactie Vrienden van het Westerpark

by

Hieronder lees je de zienswijze van de Vrienden van het Westerpark op de nota ‘Een toekomstbestendig Westerpark in het perspectief van Haven-Stad’, nota van uitgangspunten zoals vrijgegeven voor inspraak d.d. 10 april 2019.

Wij hebben de nota met meer dan gebruikelijke belangstelling gelezen. Wij staan als Vrienden van het Westerpark voor het belang van het park als groene buurtplek waar we indien nodig voor knokken. Het is overduidelijk dat er mogelijk grote verandering in het verschiet liggen als gevolg van de ontwikkeling van Haven-Stad.

De ambities van Amsterdam ten aanzien van woningbouw zijn groot. Wij zien graag vergelijkbaar grote ambities voor het groen in het algemeen en de parken, c.q. het Westerpark, in het bijzonder. Deze ambities zien wij nu nog onvoldoende terug in deze uitgangspuntennota. Bij deze geven wij u onze zienswijze daarop. Wij hebben op onderdelen nog vragen, zijn op veel punten zeer kritisch en we missen ook nog een groot aantal punten. Het spreekt voor zich dat wij ons in onze reactie op het geheel richten en dus alle uitgangspunten als zodanig hebben beschouwd. We doen dat vanuit het perspectief van het gehele Westerpark waar onze leden, zowel organisaties gevestigd in het Westerpark als (buurt) bewoners, een warm hart voor hebben.

Uiteraard willen wij graag met de gemeente nader in gesprek over de wijze waarop ambities voor het Westerpark én voor groen in Haven-Stad kunnen worden opgepakt. Daarbij gaan we er van uit dat onze punten serieus worden opgepakt en tot de nodige wijzigingen leiden.

Algemeen
In de titel van de nota staat ‘in het perspectief van Haven-Stad’ en er wordt in de inleiding vermeld dat het Westerpark “… in de Ontwikkelstrategie Haven-Stad geoormerkt is als het stadspark van Haven-Stad ten zuiden van het IJ”.

Echter; in de behandeling van deze ontwikkelstrategie in de Gemeenteraad eind 2017 is er ook de motie Nuijens c.s. (nr. 1685) – met algemene stemmen – aangenomen die stelt dat:

• Bij verdere planvorming omtrent Haven-Stad aan de raad opties voor te leggen voor het toevoegen van meer groen met een hoge ecologische en recreatieve waarde.
• Hierbij te onderzoeken hoe bestaand groen nabij Haven-Stad kan worden versterkt en vergroot en welke ruimte binnen Haven-Stad is voor een volwaardig stadspark met zo klein mogelijk verlies aan woningen.
• Hierbij onder andere ontwerpkeuzes te onderzoeken en voor te leggen die uitgaan van een:
o (grotendeels) onbebouwd Rangeerterrein / Zaanstraat Etablissement ;
o Versterking van de Brettenzone
o Bijvoorbeeld de aanleg van een stadspark in de delen van het ontwikkelgebied waar als gevolg van de vestiging van andere functies geen, minder of beperkte woningbouw kan plaatsvinden.

In het licht van deze motie is 1. de kant-en-klare vaststelling dat het Westerpark het ‘stadspark zal zijn voor Haven-Stad Zuid’ niet logisch en kan dus alleen op grond daarvan niet worden overgenomen. En 2. de door de raad gevraagde onderzoeken en/of opties worden geheel niet overgenomen of onderzocht in de nota.

Het Westerpark wordt niet groener of groter door deze uitgangspuntennota; het zal alleen intensiever worden gebruikt wat juist mogelijk alleen maar leidt tot verlies van groene en ecologische waarde.
Het algemene uitgangspunt ‘Westerpark als stadspark voor Haven-Stad Zuid’ kan wat ons betreft niet overgenomen worden. Haven-Stad Zuid verdient een eigen stadspark en de huidige gebruikers van het Westerpark verdienen een volwaardig en buurtvriendelijk Westerpark.

Daar waar de genoemde motie vraagt om een integrale visie op ontwikkeling van groen en park, wordt in de uitgangspuntennota nu één deel eruit genomen; het Westerpark. En dan ook nog maar een deel van het Westerpark, de westkant vanaf het Overbrakerpad. Dat is bijzonder, want het valt toch niet te verwachten dat de bewoners van Haven-Stad Zuid geen gebruik zullen maken van de overige delen van het Westerpark als het (ook) hun stadspark wordt. En ook dat deel van het Park, het Cultuurpark, wat nu al zeer intensief wordt gebruikt en waar de balans tussen functies (horeca, evenementen, rust, ruimte en groen) al behoorlijk onder druk staat.

Een – meer – integrale aanpak is nodig. Een nota over toekomstbestendig Westerpark en daar een groot gedeelte van het park helemaal niet in mee nemen is op z’n zachtst gezegd vreemd.

Juist ook omdat in het Westerpark in z’n totaliteit al sprake is van grote belasting van de publieke ruimte door ‘gewoon’ parkgebruik en door de evenementen en aanwezigheid van allerlei horeca en culturele activiteiten. Het Westerpark is al veel meer dan een stadspark voor de directe omgeving, maar is een (inter)nationale hotspot geworden.

Van dat park ‘gemakkelijk’ zeggen dat het ook het stadspark is / moet worden voor de bewoners van Haven-Stad ten zuiden van het IJ doet geen recht aan de reële problemen waar het Westerpark, en de buurten daarom heen, nu al mee kampen en die daardoor alleen maar groter zullen worden. Want dat betekent stapeling van een aantal effecten die onherroepelijk tot problemen leiden; én het Westerpark als stadspark voor Haven-Stad Zuid én Centrum-West en West, én evenementen op dezelfde schaal als nu én geen vergroting van het Westerpark.

Daarbij voeren we ook aan dat er ook tal van vergroeningsmogelijkheden zijn in het Cultuurpark (bijvoorbeeld vergroening van de strook langs de Haarlemmertrekvaart, vermindering van grootschalige evenementen waardoor er meer groen beschikbaar is voor gebruik). Door dat deel van het park helemaal niet in de planvorming te betrekken worden deze kansen gemist.

Al met al zien wij dat de nota onvoldoende integrale ambitie heeft op groen en park voor huidige en toekomstige bewoners van Amsterdam (Noord)West.

1. Groennormen
In de nota worden de normen voor groen voor de bewoners van Haven-Stad in beschouwing genomen (pag 13); 22m2 per huishouden onderverdeeld in 16m2 gebruiksgroen en 6m2 ecologisch groen. Wordt hierin onderscheid gemaakt tussen Haven-Stad Zuid (waar veruit het merendeel van de woningen zal worden gebouwd maar geen grote groenvoorzieningen zijn gepland) en Haven-Stad Noord (waar wel grote groenvoorzieningen zijn gepland maar veel minder woningen zullen worden gebouwd)? Het westelijk gedeelte van het Westerpark wordt nu meegenomen in die berekening voor de nieuwe bewoners. Maar aan die kant van het Westerpark wonen nu ook al mensen; welke groennorm is voor hen van toepassing en wordt deze gehaald? Die vraag geldt voor alle buurten rondom het Westerpark; welke groennorm is op hen van toepassing en wordt deze gehaald? Voor zover ons bekend is er bij de ontwikkeling van het Westerpark in de jaren 90 juist vastgesteld dat er al te weinig groen was voor die buurten, hoe is die situatie nu – ook gezien de toename van het aantal woningen in de buurt (Houthavens, Markthallen, ING-terrein). En ook: welke onderdelen van het Cultuurpark Westergasfabriek worden meegenomen in de groennorm? In het park zijn grote versteende gedeeltes, parkeerplaatsen, horecaterrassen, een groot van de openbare ruimte wordt permanent gebruikt voor evenementen (tenten, verkeer, parkeren).

Voor de berekening van het (gebruiks)groen worden in de onderhavige nota ook bijv. de wandelpaden van de volkstuincomplexen meegenomen en andere publiek toegankelijke ruimtes binnen functionele gebieden. Zo ook bij de begraafplaats. Dat is natuurlijk wel bijzonder gebruiksgroen en geen vergelijking met bijvoorbeeld de grasvelden in een algemeen toegankelijk park. Als dat als gebruiksgroen wordt gezien voor de bewoners van Haven-Stad dan wordt ons hierboven gemaakte punt dat dit onvoldoende is en zij (dus) ook gebruik zullen maken van alle parkfuncties in het Cultuurpark nog eens onderstreept.

Conclusie: de groennormen voor Haven Stad kunnen niet in beschouwing worden genomen zonder:
1. De toepassing van de groennormen voor alle buurten die gebruik maken van het Westerpark in beschouwing te nemen, inclusief de toekomstige inwoners van Haven-Stad Zuid maar exclusief de – voor deze ontoegankelijke – geplande groenvoorzieningen in Haven-Stad Noord. Graag vernemen wij daar meer informatie over.
2. Dat niet alleen als kwantitatief maar ook kwalitatief te bekijken; gebruiksgroen moet ook wel gebruikt kunnen worden.

2. Natuur en ecologie
In de uitgangspunten wordt wel gekozen voor behoud van huidige ecologische waarden, het is echter de vraag of dat gezien het totaalpakket houdbaar is en blijft. De vergroting van toegankelijkheid en intensivering van gebruik, en daarmee verstoring van rust kan op zeer gespannen voet staan met deze doelstelling. Daar moet duidelijk stelling in genomen worden en keuzes in gemaakt worden. Die keuzes worden op een aantal punten niet of onvoldoende gemaakt.

De waarde die bijvoorbeeld de hoge bomen, als ruggengraat voor elk park, hebben is evident. Ze zijn niet alleen beeldbepalend, maar hebben ook een erg hoge natuurwaarde. Behalve een broedpaar ooievaars kent het Oude Westerpark een reigerkolonie. Vleermuizen profiteren ook van de hoge bomen, zoals ze dat ook doen op begraafplaats St Barbara en bij de hoge bomen rond de oude Spaarndammerdijk. Ook voor het bodemleven zijn bomen essentieel.

En hoewel de nota stelt dat bestaande bomen en groen worden gehandhaafd, wordt dit uitgangspunt direct onderuit gehaald door de tekst zoals ‘er wordt uitsluitend gekapt waar het noodzakelijk is voor 1. Het verbeteren van de sociale veiligheid, 2. Verbeteren toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers, 3. Noodzakelijke beheersmaatregelen’ Dit zijn alweer zoveel uitzonderingen dat het uitgangspunt zijn waarde verliest. Want welke reden kunt u in een park nog meer bedenken om bomen überhaupt te willen kappen dan deze? Als het uitgangspunt dat de natuur behouden blijft gestand gedaan wordt dan zou dat als eerste moeten gelden én dat er dus andere oplossingen worden gezocht en bomen echt niet worden gekapt.

Zo is de ontwikkeling van natuur ook gebaat bij rust. Een beperkte toegankelijkheid van gebieden draagt bij aan een ecologisch groen. De nota erkent ook dat bijvoorbeeld de Tuinen van Westerpark, de volkstuinen, een belangrijke plek voor bijzondere bomen, vogels e.d. zijn. De nota wil ‘het belang, de schoonheid en specifieke kwaliteiten van de tuinen te behouden en daarnaast een intensivering van het openbaar gebruik te bewerkstelligen.’ (p. 12) Die erkenning is terecht, en zijn we blij mee, want zo is Tuinpark Nut en Genoegen ook recent erkend met een keurmerk voor de hoogste ecologische waarde en is genomineerd voor een internationale biodiversiteitsprijs. Het behoud van deze biodiversiteit (een belang wat maar weer eens wordt onderstreept door alarmerende onderzoeken over wereldwijd verlies van biodiversiteit) ondersteunen wij dan ook van harte. Maar de balans met ‘intensivering van het openbaar gebruik’ moet dan wel dat ook mogelijk maken. Toegankelijkheid als rust- en wandelgebied van de Volkstuinen kan daarmee prima, en is nu ook al het geval. Met drukke doorgaande fietspaden door de volkstuinen wordt de rust en de ecologie in het gebied echter verstoord. De ijsvogel of vos zal zich niet laten zien in drukke recreatiegebieden. Ook nachtelijke verlichting zal de natuur verstoren.

Op de spoordijk zijn er talrijke wilde bijen (onderzoek ‘Wilde bijen in relatie tot het groenbeheer in Amsterdam’ door bijenexpert Arie Koster). Toch wordt in het plan geschreven dat ‘plan gemaakt om de veelal met bramen overwoekerde en fauna arme spoordijken gebruiksvriendelijker te ‘vergroenen’.

In z’n algemeenheid, los van welke groennorm dan ook, hebben we in het park, ook nu al, behoefte aan meer groene en rustige gebieden waar de natuur maar ook recreatie mogelijk is. Daarvoor is niet intensivering van het gebruik van het huidige Westerpark nodig, maar moet gedacht worden aan vergroting van het gebied – bijvoorbeeld door het nabijgelegen spoorwegemplacement erbij te trekken – en spreiding van concurrerende functies. Als het grote grasveld in het cultuurpark 12 dagen omhekt is voor een evenement dan is het onttrokken aan de recreatieve ruimte in het park.

Op dit thema willen wij graag;
– Een onderzoek naar de flora en fauna in het gebied en de gevolgen van intensivering van het Westerpark (o.a. de volkstuinen en spoordijk) in beeld te brengen door experts.
– Hardere normen voor behoud en waar mogelijk versterking van de ecologische waarden van het Westerpark.
– Wij geven in overweging mee om bepaalde gebieden juist te onttrekken aan de behoefte aan intensivering en rust en natuurwaarde daar voorrang te geven.

3. Infrastructuur
Een belangrijke functie voor het Westerpark is weggelegd voor fiets- en wandelroutes. In de nota wordt daar op geanticipeerd door uitbreiding van fietsroutes. Bij het uitgangspunt ‘raamwerk van de openbare ruimte’ wordt daar aandacht aan besteed. Daarbij komt een extra onderdoorgang en fietsroutes door de Volkstuinen aan de orde. Volstrekt onduidelijk is hoe dat ingebed wordt in een totaalplaatje. Dat blijkt nog te komen, zo blijkt uit de zin: “Wanneer het aantal huishoudens over de jaren heen zal toenemen en daarbij de nieuwe bewoners hun intrek doen in Haven-Stad dan zullen grote infrastructurele verbeteringen zoals nieuwe fietsverbindingen, worden gerealiseerd om Haven -Stad optimaal te integreren in het stedelijk weefsel.” Welke betekenis heeft dat, of gaat dat krijgen voor de nu vast te leggen uitgangspunten?Wij zien dat met enige zorg tegemoet.

Met de toename van het fietsverkeer zowel door de groei van het aantal bewoners als de autonome stijging kan het huidige park niet zondermeer als de meest logische doorgaande fietsroute worden beschouwd, dat geldt zowel voor oost-west als noord -zuid. Meer routes en scheiding van soorten fietsstromen is nodig. Wij zijn voorstander van fietsen door het park en willen dat graag blijven, maar dat kan alleen als er ruim wordt gekeken naar (groene) routes die niet door het park zelf lopen maar wel prettig en gezond zijn in gebruik voor doorgaand verkeer. De gemeenteraad heeft daar onlangs, naar aanleiding van de nieuwe fietsroute Haarlemmerhouttuinen, ook een motie voor aangenomen om ook de routes Zaanstraat, Spaarndammerstraat en Haarlemmerweg aantrekkelijk(er) te maken. Dat zelfde geldt voor de bestaande noord-zuid routes. Het doorsnijden van bijvoorbeeld de Volkstuinen is dan niet nodig.

4. Openbaar Vervoer
De harde noodzaak van een betere OV-bereikbaarheid van het Westerpark wordt alom erkend (blz. 13, 34). Echter ontbreekt elke concrete uitwerking dan ook . Er wordt gesproken over trein, metro, en tram, maar enige idee over mogelijke routes en stations ontbreekt volledig. De locatie van stations vergt grote aandacht, niet alleen als toegangspoort tot lokale bestemmingen in en om het park (en met name evenementen), maar ook omdat stations naar verwachting een grote aantrekkingskracht op fiets- en voetgangersstromen zullen uitoefenen, met grote potentie tot conflicten met het recreatief gebruik en de ecologische waarde van het park.

Het is verder opvallend dat bussen nergens genoemd worden, terwijl bus route 21 nu de drukste buslijn van Amsterdam is, en, met 14.500 instappers per dag, aan de grenzen van haar maximale capaciteit zit. Onder andere omdat spoorverbindingen geen korte termijn oplossing kunnen bieden, lijkt het urgent om opnieuw een extra busroute tussen CS en Sloterdijk langs de Haarlemmerweg in beschouwing te nemen.

5. Horeca en evenementen
Het is bekend dat het Westerpark, en vooral de omwonenden, worstelt met het aantal evenementen en de wijze waarop dat druk legt op het park en de balans daarin vaak zoek is. In de nota staat (4.6.3.) dat er “passende horeca-faciliteiten op strategische plekken worden gesitueerd”. Als er aan één ding in het Westerpark geen gebrek is, is het wel aan horeca. Genoeg is genoeg. Wij vinden meer horeca niet mogelijk en niet nodig. Wij willen juist meer groen en rust in het park, zeker als er meer gebruikers van het park bijkomen.

De grote drukte in het park is gecentreerd in het oude park en het Cultuurpark. Dat zijn bij uitstek de delen met een stedelijke en (inter)nationale uitstraling. Ook zonder Haven-Stad zal de drukte daar de komende jaren toenemen. De oplossing daarvoor is niet de drukte met horeca en evenementen te spreiden naar de nu nog relatief stille delen van het park, waar inwoners broodnodige rust en ontspanning moeten kunnen vinden. Kortom: niet meer horeca en concentreer juist horeca en evenementen ten behoeve van rust, groen en natuur.

6. Volgordelijkheid van de ontwikkeling woningbouw en groen
De ontwikkeling van Haven Stad is een geleidelijk proces wat zich over de loop van jaren zal uitstrekken. Het begint al, c.q. is al gaande, met de ontwikkeling van Sloterdijk I. Wij stellen voor dat de ontwikkeling van meer groen en parkvoorzieningen daaraan vooraf gaat, steeds toereikend is voor de te verwachten nieuwe inwoners, en niet pas als sluitstuk wordt gerealiseerd. Plan nu het groen en de buurtparken en het stadspark voor Haven Stad en ga dat als eerste realiseren. Zodat het ook al serieus groen en prettig toeven is, op het moment dat er mensen gaan wonen.
Is of komt er ook een uitgangspuntennota en/of specifieke ontwikkelstrategie, inclusief tijdspad, voor groen in Haven-Stad? Zonder een dergelijk document lijkt een gefundeerd oordeel over de ‘toekomstbestendigheid’ van het Westerpark nagenoeg onmogelijk.

7. Proces en betrokkenheid
Zoals in de inleiding al vermeld willen wij graag meedenken en -doen in het vervolgproces. Er zijn eerder bijeenkomsten met stakeholders geweest, maar wij zien van onze inbreng te weinig terug in de huidige nota. Dat komt overigens ook en vooral doordat deze nota zich beperkt tot één gedeelte van het Westerpark en daardoor niet tot een meer integrale visie komt die ons inziens hard nodig is zoala wij altijd hebben ingebracht, bijvoorbeeld bij de bewonersbijeenkomsten van 22 en 29 mei 2018. Ook is het perspectief op welk aanvullend groen in Haven-Stad zal komen veel te onduidelijk.

8. Eindconclusie
De kernpunten van onze zienswijze op een rij:
• Haven-Stad ten zuiden van het IJ moet een eigen stadspark krijgen wat groot genoeg is voor natuur en recreatie voor de bewoners aldaar;
• Groot Westerpark heeft, ook zonder dat het hét stadspark voor de bewoners van Haven-Stad wordt, voldoende uitdagingen om op te pakken. Dat gaat dan om: balans met de buurt, instandhouding en vergroting van groen en rustgebieden, effecten van nieuwe en/of intensiever gebruik van fietsroutes, mogelijk nieuwe OV-verbindingen en haltes, balans tussen horeca, evenementen, groen en de buurt.
• Vergroting en vergroening van het Westerpark juichen we toe, mits in balans met de buurt en de gebruikers van het Westerpark. Deze nota geeft daar wel een paar aanzetten toe maar in onze ogen nog onvoldoende.
• We zijn blij dat de diversiteit wat het Westerpark nu zo uniek maakt; niet alleen een gebruikspark maar juist een park waarin vele functies samenkomen, behouden blijft in de nota. Dat neemt niet weg dat vergroting van toegankelijkheid geen doel op zich moet zijn, maar altijd in afstemming met de betreffende gebruikers en passend bij het doel. Picknicken op een begraafplaats, drukke fietspaden door Volkstuinen passen niet bij het unieke karakter wat je juist wilt behouden. Juist voor behoud en versterking van natuurwaarden kan dat van groot belang zijn.

Al met al zijn wij zoals in de inleiding al vermeld, kritisch en hebben nog veel vragen. Wij zien echter ook zeker in de nota aanknopingspunten voor verdere vormgeving van een nog mooier en groener Westerpark én tot het bouwen van een mooi stuk nieuwe stad in Havenstad mét groen. Daarbij vragen wij om een meer integrale aanpak van het groen van beide gebieden.
Daar werken we graag aan mee en zien uit naar een uitnodiging om daarover verder mee te denken en te praten.